vrijdag, mei 10, 2024

Horizonvervuiling




Eigenlijk vindt hij, op een enkele uitzondering na, alle nieuwbouw van de jaren vijftig en daarna niet om aan te zien. Saai, lelijk, sfeerloos, kil, te hoog, te hoekig, te vierkant. Zelf heeft Warnaar een huis uit 1914 waarin weliswaar het een en ander verknald is door de wansmaak van eerdere eigenaren, maar het heeft, zeker van buiten, zijn eigen karakter bewaard. Zoals meer huizen in zijn straat. Helaas is een aantal daarvan gebombardeerd in de oorlog. Daar is herbouw gepleegd, direct na 1945. Die panden zijn nog wel aardig om te zien, maar in de jaren zestig is de bakkerij op de hoek gesloopt en zijn er fantasieloze maisonnettes voor in de plaats gekomen waar kraak noch smaak aan zit.


Over hoogbouw wil hij het helemaal niet hebben. Die vindt hij niet alleen verschrikkelijk vanwege zijn hoogtevrees, erger nog is de horizonvervuiling. Je zou maar hoog in zo'n ladenkast wonen met onder en boven buren en altijd in angst dat de lift dienst weigert en je al die trappen op of af moet. Hij maakt zich zorgen over de plannen van het gemeentebestuur voor meer woningen en dan vooral hoogbouw. Alsof zijn riviereneiland al niet vol genoeg is.


Hij denkt aan de sierlijke lijnen en ornamenten van de gevels in zijn buurt en vooral van die aan gene zijde van de spoorlijn. Een wijk die qua sfeer nog helemaal de vroege jaren van de twintigste eeuw ademt. De tijd van de Jugendstil, nog onwetend van latere verschrikkingen, ook bouwkundige.


Foto: auteur


vrijdag, april 26, 2024

Jozef en de vrouw van




In zijn tienerjaren had Warnaar een tijdje de gewoonte zijn dromen op te schrijven. Dat deed hij direct nadat hij uit een droom wakker schrok, want als hij er te lang mee wachtte, waren ze alweer verdampt en vergeten. Hij had altijd een boekje en een pen op zijn nachtkastje liggen. Na poosje stopte hij ermee. Hij zou niet weten waar dat boekje met aantekeningen is gebleven. Hij vermoedt zoekgeraakt tijdens een van zijn verhuizingen. 


Hoewel hij geen slechte slaper is, wordt hij 's nachts weleens wakker. Hij maakt dan een sanitaire stop, waarna hij weer gaat slapen. Het valt hem op dat dan de dromen komen. Misschien ook eerder, maar daar is dan niets van blijven hangen. 's Morgens tuimelen droomfragmenten door zijn hoofd, die langzaam verdwijnen. Een soort van verwazen in zijn onderbewuste. In die dromen moet hij vaak een enge trap beklimmen in een of ander bouwvallig huis, of is hij paniekerig op zoek naar een toilet dat, als het wordt gevonden, altijd ongehoord smerig is, of hij komt terecht in een of andere bezemkast die als plee dient.


Op de zondagsschool leerde hij over Jozef en de vrouw van Potifar, een boosaardig wijf dat de arme jongen in haar bed wilde krijgen. Dat lukte niet zodat ze hem vals beschuldigde, waardoor hij in het gevang kwam. Daar ging hij dromen uitleggen. Over de zeven vette en magere jaren. Hij herinnert zich niet of Jozef het ooit had over het beklimmen van trappen en zoeken naar latrines.


Foto: auteur



zondag, april 21, 2024

Uitgaansbloot




Warnaar herinnert zich dat hij op een late zaterdagmiddag, een jaar of tien geleden, de trein nam van Manchester naar Liverpool. In een plaatsje halverwege stapten vijf meisjes in die kennelijk van plan waren om die avond in Liverpool uit te gaan. Het was een mooie zomerdag en ze waren stuk voor stuk nogal schaars gekleed. Hij werd er, op zijn leeftijd, een beetje verlegen van. Niet te nadrukkelijk kijken, dacht hij, want dan ben je een vieze, oude man, maar als je geen aandacht aan hen schenkt, word je al snel voor homo gehouden. 


In Liverpool stapten ze uit en verdwenen naar een onbekende bestemming. Hij liep naar zijn hotel om zich wat op te frissen. Daarna maakte hij een wandeling die leidde naar de Mersey. Terwijl hij over het brede water staarde moest hij denken aan zijn eerste verkering. Een Engels meisje met weelderig rood haar. Ze woonde in een gehucht achter Birkenhead, aan de overkant van de rivier. Onwillekeurig kwam het lied Ferry across the Mersey bij hem op.


Dat meisje, dat hij had leren kennen tijdens een weekend kamperen in Corwen in Wales, droeg ook altijd van die korte rokjes zoals hij in de trein had gezien. Behalve als ze naar de grammarschool was. Daar moest ze een uniform aan dat bestond uit een vormeloze soepjurk met een hoedje a la majoor Bosshardt. Hij vraagt zich af of al dat Engelse uitgaansbloot misschien een reactie is op die idiote schooluniformen die ze daar nog steeds dragen.


Foto: auteur



zondag, april 14, 2024

Swami Bami




De jaren zeventig, vraagt Warnaar zich af, waren die niet ook het hoogtepunt van al die reli-malloten? Hij herinnert zich dat hij weleens met vrienden naar Amsterdam ging, de stad waarvan men dacht dat die het Rome van de moderniteit was. Damslapers, hippies in het Vondelpark, het Maagdenhuis, seks, drugs en rock and roll. Daar zag je van die Hare Krishna's, kaalkoppen in jurken. Anderen liepen met triangels of iets dergelijks achter een Indiase oplichter aan. Hij herinnert zich dat ze die in Dordrecht Swami Bami noemde. 


Dordrecht maakte in die jaren overigens wel naam als de plaats waar de Chick, een van de populaire seksbladen van toen, het levenslicht zag. De provobeweging, meent hij zich te herinneren, bestond er uit een man of vijf. Op een keer zetten ze 'ludiek' een ijsje op Arie Scheffers hoofd. Het regende daarna boze, ingezonden brieven in de plaatselijke krant.


Toen de Amsterdamse progressiviteit uiteindelijk ook was doorgedrongen tot zijn provinciestad, opende een enkele sekswinkel de deuren en werd op een dag de pedagogische akademie (met vooruitstrevende k) bezet. De studenten wilden meer inspraak. Die kregen ze. Er mocht zelfs worden meebeslist over de kleur van de wc-deuren en de kwaliteit van het aanklevend papier. De omgangsvormen werden ook een stuk losser. Sommige van zijn docenten namen daarom verkering met studentes. Er kwamen krakers en zaakjes met wierook en spirituele rifraf. Er werd ook tegen de oorlog tegen Vietnam betoogd. Pas later realiseerde hij zich dat die Noord-Vietnamezen eigenlijk de grootste rotzakken waren.


Foto: auteur



zondag, april 07, 2024

Geen normaal mens




Was het Gerard Reve, vraagt Warnaar zich af, die ooit schreef dat in zijn boeken geen normaal mens voorkwam. Hij dacht van wel, maar vindt dat dat evenzeer geldt voor de dagboeken van J.J. Voskuil. Hij leest nu Martelaarschap en heeft nog geen normaal mens ontmoet. In de recente werkelijkheid trouwens ook niet. Onlangs sprak hij in het café een vrouw die onvoorwaardelijk in het spiritisme gelooft. Ze beweerde met de geest van tal van beroemdheden een goed gesprek te hebben gehad. Hij zou weleens willen weten hoe gezellig Churchill en Hitler zich 'daar boven' met elkaar onderhouden, maar hij heeft het haar maar niet gevraagd.


Een paar dagen geleden sprak hij een vrouw, alweer, die vond dat meisjes altijd bij hun ouders moeten blijven wonen tot ze trouwen. Ze beklaagde zich dat haar dochter het huis had verlaten en in het intens verdorven Amsterdam in zonde is gaan leven. De vrouw is niet eens van het SGP of een soortgelijke club. Het is 2024, denkt hij, en die dochter drieëntwintig. Goed zo, lief kind, in zonde leven, dat helpt voor een gezonde spijsvertering.


Op een feestje werd hij aangeklampt door iemand die op vakantie wilde naar Sao Tomé en zich druk maakte over nucleaire straling uit Afrika die het eiland zou teisteren. Hij had de reis op het laatste ogenblik afgezegd. Warnaar moest het even laten bezinken. Afrika, hoeveel kernreactoren zouden ze daar hebben? Je weet het niet met die Chinezen die overal hun neus in steken, maar kernreactoren?


Foto: auteur


woensdag, april 03, 2024

Andere koek




Vliegschaamte. Warnaar vindt het een van die modieuze onzinnigheden van deze tijd. Hij houdt niet van vliegen en al helemaal niet van het gedoe ervoor. Die controles op de vliegvelden. Als ze in de stemming zijn, moet je nog net niet naakt door een of ander poortje en dan gaan ze ook nog aan je lijf wriemelen. Als het een aardige dame is, nu ja, denkt hij, dan is het nog te doen, maar het is altijd een kerel en kerels houdt hij het liefst op afstand. Hij vliegt als het niet anders kan of als een reis per trein en boot veel duurder is dan met het vliegtuig en schaamt zich daar in het geheel niet voor. 


Een paar jaar geleden ging hij naar Cambridge om een nichtje te bezoeken dat daar een promotieonderzoek deed. Omdat hij liever vaart en treint reisde hij niet per vliegtuig. Dat bleek uiteindelijk vijf keer duurder dan een vlucht. Toegegeven, de luxe eersteklashut en het diner met whisky na aan boord hadden wat minder gekund, maar hij vindt dat als je reist, je het ook goed moet doen. Wel neemt hij zich voor het prijsverschil een volgende keer terdege in ogenschouw te nemen. Het nichtje is inmiddels gepromoveerd en heeft een functie elders, dus dat dilemma is voorlopig uit de wereld.


Cambridge, hij had er graag zelf een periode gestudeerd. Hij vindt dat hij het niet slecht heeft gedaan met een Fulbrightbeurs aan de University of Minnesota, maar Cambridge is toch andere koek.


Foto: auteur



zondag, maart 17, 2024

Techniek




Altijd hetzelfde getob, denkt Warnaar, terwijl hij wacht tot de lezing met lichtbeelden begint. Een powerpoint presentatie heet dat tegenwoordig, maar volgens hem komt zoiets vrijwel altijd neer op gewoon een praatje bij een plaatje, zoals hij vroeger tijdens college aanhoorde. De professor projecteerde bijvoorbeeld de kop van Caesar op een scherm, dat meestal ietwat scheef en wankel op een standaard stond, en stak vervolgens van wal. Zo'n scherm dat ook werd gebruikt voor dia-avonden na een vakantie. Vrienden en familie hoorden beleefd, maar niet zelden knikkebollend, het goed bedoelde geklets aan in de hoop op een spoedige afloop en een stevige borrel.


Hij hoort dat er iets is met de 'beamer', zoals de projector aan het plafond in Nederland in universitair steenkolen-Engels meestal wordt genoemd. Het hele land papegaait het na, zoals het ook 'prajvasie' papegaait waar een beetje onderlegd Engelsman 'privasie' (met de i van ik) zegt. Warnaar ergert zich daar soms aan, al weet hij dat hij alleen zichzelf daarmee heeft. Iemand blijkt koortsachtig op zoek naar een zoekgeraakte afstandsbediening. 


De projector hangt zo hoog dat alleen de Reus van Rotterdam hem met de hand zou kunnen bedienen, als hij op zijn tenen ging staan. Warnaar wordt vrolijk bij de gedachte dat hij sinds de 'beamer' zelden of nooit een lezing heeft bijgewoond waarbij de techniek probleemloos werkte. Hij kijkt geamuseerd naar de geërgerde en ongeduldige koppen om hem heen. Dan ziet hij dat de afstandsbediening op de projector ligt. Zo kan het dus gaan, glimlacht hij.


Foto: auteur