zondag, april 01, 2018

Jeugd



Gisteren werd ik geïnterviewd door twee jongelui, die wilden weten hoe ik Dordrecht beleef en wat ik aan de stad verbeterd zou willen zien. Ik heb hen mijn tirade over de kaalslag uit de vorige eeuw, alsmede het gejubel over de restauraties daarna, bespaard. Ik heb gezegd dat ik Dordrecht een prachtstad vind, met hier en daar erg lelijke plekken. Mijn Dordrecht wordt gevormd door het centrum, de negentiende-eeuwse schil en een enkele enclave daarbuiten. De Tempel der Beschaving, bijvoorbeeld. Voor wie het nog niet weet: het stadion van FC Dordrecht, dat, na een onverdiende nederlaag tegen Go Ahead Eagles, afgelopen vrijdag zo mooi won van FC Emmen.

Ik weet dat de stad veel meer is dan die twee gebieden, maar met de buitenwijken heb ik niets. Wel met de polders daarachter, waar ik graag doorheen fiets en die voortdurend en met alle mogelijk inzet verdedigd dienen te worden tegen kwaadwillende projectontwikkelaars en bepaalde politici die in de lokale geschiedenisboekjes terecht willen komen. Zulke types zou ik het liefst, stevig verpakt in pek en veren, uit de stad laten verwijderen.

Ze vroegen ook nog of ik vond dat Dordrecht jongeren genoeg te bieden heeft. Op dat ogenblik klonk de muziek van Dordts leukste band, Scotch, vanuit mijn stamkroeg, waar ze een spetterend optreden gaven. Ik herinner mij Dordrecht uit de jaren zestig, van net voor de oprichting van Bibelot en Bobby Kinghe, toen je als Dordtse jongere nog beter af was in, of all places, Zwijndrecht. Bibelot en Bobby Kinghe hebben geholpen dat grondig te veranderen. Dat blijkt ondermeer uit de mooie documentaire van Wolken-TV over vijftig jaar Bibelot en het onder redactie van Joyce Bertram verschenen jubileumblad. Ik ben geen jongere meer, ik weet niet precies wat jongeren van nu in de stad aantrekt, maar ik denk dat de jeugd van 2018, vergeleken bij die van 1965, stukken tevredener mag zijn. Ook al hebben we geen universiteit, een historische vergissing, en het daarbij horende studentenleven. Wie het beter weet, mag het zeggen.

Foto: auteur



Geen opmerkingen: